Links en rechts stonden werkelijk duizenden auto's in file geparkeerd. 
Er zaten soms nog mensen in. 
Drie auto's verderop stond een dikke Peugeot 
en de autoradio declameerde: 
"Was ik de stuntelige jongen die het niet dragen kon?" 
 
Ik liep wat naar voren 
en probeerde nonchalant 
met m'n hand de nieuwe vetvlekken 
op m'n broek te verbergen. 
 
Ik had het gevoel dat het me aardig lukte. 
 
Een blond meisje zat in de Peugeot 
en tikte met haar hand 
het ritme van de radio op het stuur. 
 
"Jij droeg mijn gedichten in je baarmoeder" 
schetterde het zwarte apparaat. 
 
Laat ik haar maar wat vragen, bedacht ik. 
maar ik vergat het direct toen ik haar koelheid zag.
Ik passeerde de Peugeot maar dacht nog aan mijn eigen auto 
die ik verderop achtergelaten had. 
 
Kan ik zover weg gaan? 
Ach ja, ik was bovendien niet de enige die aan het lopen was. 
 
Een Belgisch echtpaar kwam aanslenteren. 
onder hun wat slonzige overjassen zag je witte kniebeschermers. 
Ze waren niet meer zo jong. 
 
Natuurlijk moest hij een vuurtje van me 
en ik maakte er dankbaar gebruik van 
en vroeg hem naar de toestand van de wereld, vooral naar de toestand waar we nu in zaten. 
 
Hij blies rook uit, maar zei niets 
tot zij de stilte doorbrak: 
"Zelfs op uw walkman moet het te horen zijn.......... 
"Het zal je alles duidelijk maken", vulde hij aan. 
 
Ik knikte vaag en liep snel door. 
Ze hoefden niet te zien dat ik het ging proberen. 
 
De koptelefoon drukte tegen een puistje 
en ik ergerde me aan de ruis. 
Ik hoorde niets bijzonders. 
 
Ik probeerde nog eens tot ik een stem hoorde, 
die met een leuk accent vertelde van het ongeluk 
wat verder op in een groot bedrijf.     
 
Er was geen direct gevaar. 
we moesten maar wachten op verdere instructies. 
Ik kon geen paniek voelen. 
 
Het was een lang verwachte uitleg 
en ik haastte me terug naar mijn auto, 
pakte enigszins trots de blikopener 
en gebruikte hem voor tonijn. 
 
Zorgvuldig verdeelde ik de partjes over wat toast 
en liep hiermee naar de Peugeot. 
ze was inmiddels uitgestapt 
en stond ongegeneerd haar kousen op te halen. 
 
Ik bood haar toast aan. 
Ze glimlachte mechanisch en pakte het hele bord over, 
zette het in de auto en vermaande me zuinig te zijn 
en nog even te wachten. 
"Wie weet, zou het dit keer wel lang gaan duren", 
vervolgde ze. 
 
Ik wist niets te zeggen 
en keek maar naar het weer. 
Het was drukkend warm. 
Onweer was niet ver. 
"Jammer dat ik zo verkouden ben, anders... "
"Ja, wat anders?", vroeg ze. 
Geïrriteerd besefte ik met woorden gemorst te hebben. 
 
In de verte zag ik wolken. 
"Kom, laten we gaan kijken," drong ze aan 
en pakte een kleffe hand van me. 
Ze trok me langs rijen auto's met wachtende mensen. 
Een jongetje zat op een treeplank en had nogal wat  muggenbulten. 
Een ander stond tegen de achterkant van een bus te pissen. 
 
"Loop nu wat door", en ze trok me met mijn hand verder naar de wolken toe. 
We konden nu bulldozers onderscheiden. 
Ik wilde terug om mijn zoontje uit de auto te halen, 
maar een schetterende stem hield me stil en dwong me te luisteren. 
 
"We moeten het asfalt weg halen omdat de gassen die uit de fabriek ontsnappen een zeer gevaarlijke verbinding aangaan met asfalt. Uzelf wordt aangeraden de bekleding van uw auto behalve als die van leer is te vernietigen. Ook....." 
de speaker werd stil. 
Overal zag je paniek in de ogen. 
Ik rende nu terug naar de auto. 
 
Mijn zoontje was al bezig. 
Op een merkwaardig zorgvuldige manier sneed hij de bekleding los en niet alleen van de stoelen. 
Alles ging eruit. 
Overal om ons heen zagen we branden ontstaan. 
Sommige mensen staken hun eigen auto in de brand. 
Met veel geschreeuw probeerden zij anderen te overtuigen hetzelfde te doen. 
 
De bulldozers kwamen eraan. 
Auto's die niet op tijd weggehaald waren, werden weggeschept 
met het asfalt. 
 
Daardoor ontstond nu echt paniek. 
 
Het begon al donker te worden 
en ik zag haar terug komen. 
Ze sprak met mijn zoontje 
en ik voelde een steek van jaloezie. 
 
De bulldozers waren voorbij 
en een aantal mensen was in de zandgeul gaan zitten  
Ze wachtten. 
Overal branden nog vuren. 
Mensen aten hun rantsoenen. Waar kwamen die vandaan?
Gelukkig waren er ook eetwagens gearriveerd. 
 
Ik zag ook Joop's rijdende snackbar 
en was blij dat ik geen middenstander was.             
T-shirts ontbraken er nog aan 
met de afbeelding van de brandende fabriek. 
 
Waar wacht ik op? 
Mijn zoontje en de vrouw waren in het donker verdwenen 
en ik voelde me alleen. 
Ik speelde met mijn portefeuille 
deed uit verveling mijn walkman op 
en hoorde waar ik al een tijdje bang voor was. 


Uit de bundel: Verhalen uit het verleden (2020)

Wellicht ook mooi

Back to Top